De bank is mee. De groene economie wordt volwassen
Moeten de klimaatjongeren straks nog terug op straat komen? Of is de boodschap aangekomen? We hebben het er niet om gedaan, maar twee opmerkelijke nieuwsverhalen in Trends wijzen in een en dezelfde richting: de duurzaamheidsgedachte wordt volwassen. Vergeet de geiten, de wol en de sokken. De masterminds van de economie zijn steeds vaker mee.
Het eerste verhaal komt van KBC. Toch niet de minste. De bank gaat een grote groep bedrijfsklanten – goed voor 40 miljard kredieten - aanspreken op hun duurzaamheidsstrategie. Bedrijven die onvoldoende vergroenen, dreigen straks een groter financieel risico te vormen. KBC vreest dat vervuilende bedrijven moeilijker aan kredieten zullen geraken. Ongetwijfeld surft de bank een beetje mee op de golf van het moment, maar de achterliggende gedachte is puur economisch. Dat is een bewijs van volwassenheid. Het wordt steeds vaker om economische redenen verstandig om na te denken over duurzamer ondernemen. Een veel stabieler motief dan ethische beweegredenen, hoe mooi en nobel die ook klinken. Stilaan neemt de markt over. Bedrijven passen zich aan, onder druk van overheden, institutionele en andere beleggers, voortrekkers uit de bedrijfswereld en een deel van het grote publiek. KBC denkt vooral aan de betere KMO, zoals we er zoveel hebben in Vlaanderen. Hard werkende ondernemers, die beseffen dat ze zich moeten aanpassen, maar misschien de middelen, de know how of simpelweg de tijd missen om dat te doen.
Even opmerkelijk is het interview met Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank met MR-signatuur. Toch ook niet de minste. Hij tackelt het klimaatprobleem met puur economische, rationele en realistische argumenten. Wunsch pleit ronduit voor een koolstoftaks om de gezinnen en de kleine ondernemingen richting energietransitie te bewegen. Voor grote bedrijven gelooft hij in het systeem van verhandelbare emissierechten, die de komende decennia steeds duurder worden en uiteindelijk zullen verdwijnen. Wie niet mee is, prijst zich langzaam uit de markt. Tegelijk wil hij weten wat een klimaatvriendelijke economie ons zal kosten. Nu gaat dat alle richtingen uit. De optimisten roepen dat het bijna vanzelf zal gaan, de pessimisten voorspellen een collectief bloedbad. Als Franstalige heeft hij de razernij van de gele hesjes in Frankrijk met argusogen gevolgd. Hij beseft hoe verlammend angst en wantrouwen kunnen zijn.
Net als KBC vertrouwt Pierre Wunsch op de markt. Eindeloze geldcreatie door centrale banken is geen optie. Eindeloze investeringen van met schulden beladen overheden zijn een illusie. De overheid kan onrendabele technologieën op een slimme manier subsidiëren, maar de rest zal van de privésector moeten komen. Er is genoeg kapitaal beschikbaar voor groene investeringen, zegt hij. Dat is de belangrijkste economische reden waarom hij voor slimme regelgeving, dure CO2 en een uitgekiend subsidiebeleid pleit. Zo komen er méér rendabele projecten waar de privésector zich kan achter zetten. Hoe groter de groene economie, hoe kleiner de kans op zeepbellen en teleurstellingen bij overijverige investeerders.
Niks van dit alles klinkt zweverig. Alles wijst erop dat de geesten rijpen. En zo hoort het ook. De economische geschiedenis is één langgerekt verhaal van vooruitgang door privé-initiatief. Vaak gebeurt dat met horten en stoten. Onderweg worden fouten gemaakt en moeten conjuncturele of andere crisissen overwonnen worden. Het zal nu niet anders zijn. Kwatongen zeggen wel eens dat het klimaat te belangrijk is om aan de groenen over te laten. Veel juister is deze: het klimaat is te belangrijk om de markt niet te laten spelen.