journalist spreker gastdocent

Duurzaamheid is géén links monopolie

Gewoonlijk maakt en verduidelijkt het weekblad Trends het nieuws, maar soms komen we plots zelf in de actualiteit. Voor wie het gemist heeft: het was onze CEO Xavier Bouckaert, die in zijn commentaar bij de bedrijfsresultaten van Roularta wees op de aandacht van Trends voor duurzaamheid en nieuw ondernemerschap. Voor de lezers van Trends is dat geen nieuws. Maar voor sommige krantenjongens was het dat blijkbaar wel. Dus kreeg ik als hoofdredacteur de vraag wat dat allemaal betekent. “Trends maakt een bocht van honderdtachtig graden”, blokletterde de ene krant. “Trends heeft wel nog (sic) een vrij rechts-liberale redactie. Wat vindt die van de nieuwe koers?”, vroeg de andere zich af. Om een bekende stripfiguur te parafraseren: “Rare jongens, die journalisten”.

De verbazing bij klassieke krantenjournalisten is opmerkelijk. Blijkbaar denken sommigen dat duurzaamheid het monopolie is van een of andere groene, ‘woke’, linkse kerk. Die hardnekkige vorm van onwetendheid maakt mij ongerust. Onwetendheid over het bedrijfsleven voedt alleen maar een hardnekkig wantrouwen tegen al wie onderneemt en welvaart creëert. Onwetendheid polariseert. Dat eindigt bij mensen die de terugval van de economie door corona eigenlijk wel fijn vinden omdat het goed zou zijn voor het milieu. “Het nieuwe ondernemen” is een heel ander verhaal. Het is onderdeel van het voortdurende transformatieproces dat succesvolle bedrijven nu eenmaal ondergaan. Markten veranderen. Nieuwe, jonge bedrijven ontstaan. Mature ondernemingen passen zich aan. Wie niet evolueert, organiseert zijn eigen begrafenis. Het is nooit anders geweest en het gebeurt ook in een wereld waar milieuproblemen, sociale verantwoordelijkheid of diversiteit hoger op de agenda komen. Dat het niet zonder slag of stoot gaat, bewijst de exit van Danone-topman Emmanuel Faber begin deze week. Te veel met duurzaamheid bezig, vonden activistische aandeelhouders. Het zijn fascinerende tijden. Logisch dat een financieel-economisch weekblad daar met beide benen in staat. We zijn niet de enigen. Alvast één van die Vlaamse kranten had keurig opgemerkt dat de collega’s van The Financial Times of The Economist precies hetzelfde doen.

Trends vindt wel dat de transformatie in een vruchtbare economische omgeving moet gebeuren. Het zal alleen maar lukken als drie fundamentele krachten onbelemmerd op elkaar inspelen: innovatie, ondernemerszin en slimme regelgeving. Wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten, spin-offs of R&D-afdelingen in bedrijven is extreem belangrijk. Ondernemerszin om die nieuwe ontwikkelingen naar de markt te brengen evenzeer. De overheid kan die beweging fel versterken, als ze investeert in onderzoek en het niveau van het onderwijs kan opkrikken. Tegelijk kan ze bedrijven dat extra duwtje in de juiste richting geven, door slimme regels en normen op te leggen. Daarna hoort ze de markt haar werk te laten doen. Dat mes snijdt langs twee kanten. Externe kosten, die vaak op maatschappij of milieu afgewenteld werden, zullen in de resultatenrekening komen. Denk aan de recente discussie over stikstof. Denk ook aan goedkope vliegtickets, die op geen enkele manier in verhouding staan tot de werkelijk gemaakte (milieu)kosten. Tegelijk hoedt de overheid zich voor overdreven subsidiëring en foute fiscaliteit. Dat verziekt de markt. De hele heisa rond de terugdraaiende teller is nog altijd terug te brengen tot het nefaste subsidiebeleid van wijlen Steve Stevaert en zijn toenmalige energieminister Freya Van den Bossche. De factuur van toen heeft tot een decennium van wanbeleid geleid.

Een overheid die haar kerntaken kent, een aantrekkelijk investeringsklimaat en gezonde innovatieve bedrijven. Het zijn belangrijke voorwaarden om een duurzame economie te ontwikkelen. Tot zover “de bocht van 180 graden”…

30 juni 2021
image/svg+xml

Wat de linkerzijde nog moet leren

Deze tekst schreef ik kort na 1 mei 2021. Ondertussen zijn er wel meer akkefietjes binnen de federale regering, die wijzen op de grote druk waaronder de Franstalige linkerzijde gebukt gaat…

“De Vlaamse centrumpartijen worstelen al een paar decennia met een extreme partij op hun rechterflank. Op links is dat nog vrij nieuw. De communisten zijn nog maar sinds 2019 echt aan hun lange mars bezig. En ook het grote electorale succes van die andere extreemlinkse partij, Ecolo, is vrij recent. Daarom mag je het Connor Rousseau en Paul Magnette niet al te kwalijk nemen dat ze rond 1 mei een beetje lawaai maken over ‘het inhouden van dividenden’ en ‘game over voor de bedrijven’. Omgaan met links populisme? Connor en Paul moeten dat nog leren.

Het zou geen kwaad kunnen, mochten beide socialistische partijvoorzitters daarvoor eens naar de recente politieke geschiedenis kijken. Populisme achterna hollen, werkt niet. De extremen lokken nu eenmaal volk en dat volk haal je niet terug door dezelfde slogans te gebruiken in een lichtjes afgezwakte vorm en daar vervolgens compromissen over te (moeten) sluiten. Het werkt niet langs de rechterzijde en het zal evenmin werken langs de linkerzijde. Op rechts is slechts één iemand er de jongste dertig jaar in geslaagd een substantieel deel misnoegde kiezers terug te halen en dat was Bart De Wever op het toppunt van zijn kunnen en zijn populariteit. Toen ‘de kracht van verandering’ nog niet was aangetast door de erosie van een langdurige deelname aan de macht.

1 mei is voorbij. Connor en Paul hebben hun ding gedaan en natuurlijk vindt de federale regering een compromis over de loonnorm. Maar voor Raoul Hedebouw en al wie hem achterna loopt, zal dat niet genoeg zijn. Zieltjes halen de socialisten met dit dossier niet terug. Wat beide voormannen bovendien lijken te negeren, is dat niet alleen extreemlinks maar ook extreemrechts bij de jongste federale verkiezingen hard heeft ingezet op sociale thema’s. Vlaams Belang bespeelt vele registers, maar één ervan is wel degelijk op de lagere inkomenscategorieën gericht. Voor ze het weten, spelen de socialisten langs Vlaamse kant vooral extreemrechts in de kaart. Al kan dat dan weer leiden tot machtsversnippering bij centrumrechts en dat zou de PS niet slecht uitkomen als er straks over een nieuwe staatshervorming gebikkeld moet worden.

Er is maar één manier om populisme duurzaam te bestrijden en dat is met wervende ideeën die ook nog uitgevoerd geraken. Misschien kan Trends de komende weken een gedurfde inspiratiebron zijn. Collega Alain Mouton verdiept zich de hele maand mei in onze fiscaliteit. Samen met de opeenvolgende staatshervormingen is onze fiscaliteit de beste illustratie van hoe de Belgische compromissenpolitiek tot een onverteerbaar, onproductief en oneerlijk gedrocht kunnen leiden. Geen socialistisch thema? Oordeel niet te snel. In deze Trends kan u lezen hoe een welbepaald inkomensniveau toch voor onwaarschijnlijk grote verschillen in de inkomstenbelastingen kunnen zorgen. Al wie een ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel heeft, zou daar het hoofd bij moeten schudden. De komende weken zal Trends bovendien nagaan langs welke kanalen de zuurverdiende centen van de mensen allemaal weglekken, om het in populistische termen te zeggen. We zullen vaststellen op welk terrein ons land géén wereldkampioen belastingen is en het misschien beter wél zou zijn. We gaan zelfs op zoek naar moderne belastingen die de productiviteit en de collectieve welvaart helpen verhogen. Want die belastingen bestaan wel degelijk…

Stel u nu eens voor dat niet-populistische socialisten, echte liberalen en ondernemingsgezinde groenen een vergelijk zouden kunnen vinden over een fiscaliteit voor de 21ste eeuw? Een fiscaliteit die ons helpt productiever, groener, efficiënter en welvarender te worden? De extremen in dit land zouden niet weten waar ze het hebben”.

23 juni 2021
image/svg+xml

De bank is mee. De groene economie wordt volwassen

Moeten de klimaatjongeren straks nog terug op straat komen? Of is de boodschap aangekomen? We hebben het er niet om gedaan, maar twee opmerkelijke nieuwsverhalen in Trends wijzen in een en dezelfde richting: de duurzaamheidsgedachte wordt volwassen. Vergeet de geiten, de wol en de sokken. De masterminds van de economie zijn steeds vaker mee.

Het eerste verhaal komt van KBC. Toch niet de minste. De bank gaat een grote groep bedrijfsklanten – goed voor 40 miljard kredieten - aanspreken op hun duurzaamheidsstrategie. Bedrijven die onvoldoende vergroenen, dreigen straks een groter financieel risico te vormen. KBC vreest dat vervuilende bedrijven moeilijker aan kredieten zullen geraken. Ongetwijfeld surft de bank een beetje mee op de golf van het moment, maar de achterliggende gedachte is puur economisch. Dat is een bewijs van volwassenheid. Het wordt steeds vaker om economische redenen verstandig om na te denken over duurzamer ondernemen. Een veel stabieler motief dan ethische beweegredenen, hoe mooi en nobel die ook klinken. Stilaan neemt de markt over. Bedrijven passen zich aan, onder druk van overheden, institutionele en andere beleggers, voortrekkers uit de bedrijfswereld en een deel van het grote publiek. KBC denkt vooral aan de betere KMO, zoals we er zoveel hebben in Vlaanderen. Hard werkende ondernemers, die beseffen dat ze zich moeten aanpassen, maar misschien de middelen, de know how of simpelweg de tijd missen om dat te doen.

Even opmerkelijk is het interview met Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank met MR-signatuur. Toch ook niet de minste. Hij tackelt het klimaatprobleem met puur economische, rationele en realistische argumenten. Wunsch pleit ronduit voor een koolstoftaks om de gezinnen en de kleine ondernemingen richting energietransitie te bewegen. Voor grote bedrijven gelooft hij in het systeem van verhandelbare emissierechten, die de komende decennia steeds duurder worden en uiteindelijk zullen verdwijnen. Wie niet mee is, prijst zich langzaam uit de markt. Tegelijk wil hij weten wat een klimaatvriendelijke economie ons zal kosten. Nu gaat dat alle richtingen uit. De optimisten roepen dat het bijna vanzelf zal gaan, de pessimisten voorspellen een collectief bloedbad. Als Franstalige heeft hij de razernij van de gele hesjes in Frankrijk met argusogen gevolgd. Hij beseft hoe verlammend angst en wantrouwen kunnen zijn.

Net als KBC vertrouwt Pierre Wunsch op de markt. Eindeloze geldcreatie door centrale banken is geen optie. Eindeloze investeringen van met schulden beladen overheden zijn een illusie. De overheid kan onrendabele technologieën op een slimme manier subsidiëren, maar de rest zal van de privésector moeten komen. Er is genoeg kapitaal beschikbaar voor groene investeringen, zegt hij. Dat is de belangrijkste economische reden waarom hij voor slimme regelgeving, dure CO2 en een uitgekiend subsidiebeleid pleit. Zo komen er méér rendabele projecten waar de privésector zich kan achter zetten. Hoe groter de groene economie, hoe kleiner de kans op zeepbellen en teleurstellingen bij overijverige investeerders.

Niks van dit alles klinkt zweverig. Alles wijst erop dat de geesten rijpen. En zo hoort het ook. De economische geschiedenis is één langgerekt verhaal van vooruitgang door privé-initiatief. Vaak gebeurt dat met horten en stoten. Onderweg worden fouten gemaakt en moeten conjuncturele of andere crisissen overwonnen worden. Het zal nu niet anders zijn. Kwatongen zeggen wel eens dat het klimaat te belangrijk is om aan de groenen over te laten. Veel juister is deze: het klimaat is te belangrijk om de markt niet te laten spelen.

16 juni 2021
image/svg+xml